Sinds ik bij de stichting zit, ben ik anders tegen leed aan gaan kijken

Sinds ik bij de stichting zit, ben ik anders tegen leed aan gaan kijken

Sinds ik bij de stichting zit, ben ik anders tegen leed aan gaan kijken

Erik van Zanten

Erik van Zanten

Erik van Zanten is in het dagelijks leven werkzaam als werkzaam in de uitzendbranche en bestuursvoorzitter van het Huis voor de Binnenstad. Tevens is hij vice-voorzitter van de Fieldwork Foundation.

Erik, voor degene die jou niet kennen, hoe zouden je vrienden jou aan mij moeten voorstellen, wat zouden ze dan zeggen?

“Betrouwbaar, vriendelijk, vrolijk en een beetje gek af en toe. Een grapmaker. Dat ik wel iemand ben die in het middelpunt van de belangstelling wil staan, dat ik gedreven ben om dingen gedaan te krijgen. Ze zullen ook minder positieve dingen kunnen zeggen, bijvoorbeeld dat ik eigenwijs ben, dat klopt ook wel!”

Uit wat voor gezin kwam je?

“Ik ben opgegroeid in een samengesteld gezin. Mijn broer en zus zijn niet mijn echte broer en zus, maar kinderen uit een huwelijk van mijn vader. Voor mij heeft het geen invloed gehad, ik ken ze vanaf mijn geboorte, dus ik zie ze wel als mijn echte broer en zus. Ik kreeg veel vrijheid, ik kon sporten en alles zeggen en roepen wat ik wilde.”

Hoe was je op school?

“Ik vond het lastig dat er van je verwacht werd dat je als jonge jongen al moest weten wat je wilde worden en wat je leuk vond. Ik wist dat niet zo. Ik ben van school afgegaan. Op latere leeftijd kwam je er dan achter dat dat niet zo slim was om dat te doen.”

Hoe kijk je terug op je jeugd?

“Ik kijk wel terug op een gelukkig jeugd, maar niet alles ging van een leien dakje. Ik ontdekte op mijn 21ste bij het vertellen aan mijn ouders dat ik gevoelens had voor hetzelfde geslacht. Mijn ouders hebben daar heel fijn op gereageerd, het was geen ‘issue’. Ik kon altijd met mijn ouders zeggen. In die jaren zijn er ook een aantal bladzijdes uit het boek met betrekking op familie-situaties die pittig waren, maar ondanks dat vind ik dat ik heel fijn een jeugd heb gehad.”

“Er zijn veel meer mensen in mijn omgeving die het moeilijker hebben dan wij denken. Het is soms bijna ongelooflijk, maar toch is het zo. Maar dat geeft mij wel de power en de kracht om iets te doen en betekenen.

"Je kunt niet de hele wereld verbeteren, nee, maar niets doen is ook geen optie."

Wat wil je bewerkstelligen met je inzet?

“Als ik het nu moet zeggen dan hoop ik later dat ik iets voor Nijmegen heb kunnen betekenen. Via Fieldwork maar ook in het verleden via de lokale politiek. Ik weet ondertussen hoe je met kleine en gerichte acties het verschil kan maken binnen een gezin of achter de voordeur. Dat gevoel van impact maken en helpen geeft me echt een kick. En dat allemaal in mijn eigen stad, de mooiste stad van de wereld.


erik gefotografeert bij de waalkade
Welke levenslessen heb jij geleerd?

“Van hard werken ga je niet dood. Altijd uitpraten, niet met ruzie gaan slapen. Ik heb moeite met mensen die weglopen bij een discussie en dan niet verder willen uitpraten. Eerlijkheid duurt het langst. Maar af en toe een leugentje om bestwil is niets mis.”

Waar kun je je boos over maken?

“Onrecht. In alle vormen. Ik kan heel boos worden om mensen die voor eigen gewin iets voor elkaar te krijgen en daarbij volledig voorbijgaan aan de gevoelens en behoeftes van anderen.”

Wat is geluk?

“Wij maken het woord gelukkig te belangrijk. Geluk heeft meerdere raakvlakken: liefde, geluk op je werk of gelukkig met je vrienden. Maar als mensen vragen of ik gelukkig ben, zeg ik nee, maar dat betekent ook niet dat ik ongelukkig ben. Wat maakt mij gelukkig? Dat ik daar niet over na hoef te denken of ik gelukkig ben. Dat wordt gevormd door allerlei facetten. Vervang geluk met tevredenheid. Dat is goed.”

Je bent vice-voorzitter van de Fieldwork Foundation, wat doe je zoal?

“Ik hou me vooral bezig met werving van gelden en dan met name de natura kant. Sponsoren zoeken die willen helpen, door producten aan te bieden in natura zonder dat ze hun naam erbij vernoemd hoeven te hebben. Daarnaast richt ik me op netwerken. Ons netwerk hebben we nodig om dit werk te kunnen blijven doen.”

Heeft de stichting je veranderd?

“Ik ben leed anders gaan zien sinds ik bij de stichting actief ben. Een drugsverslaafde was voor mij een drugsverslaafde. Ik dacht dat de voorzieningen goed genoeg waren. Maar ik heb ontdekt dat er veel mensen zijn die tussen wal en het schip vallen. Ik ben minder zwart-wit gaan denken.

We hebben zwervers ook handschoenen en mutsen gegeven, terwijl ik dat eerder niet zou doen. Maar je gaat anders kijken naar leed. Met open vizier. Daarom is het zo krachtig dat wij samenwerken met mensen uit het veld die echt leed zien.”

Hoe ziet de samenwerking tussen jou en Robbie eruit?

“Wat mij altijd bij blijft is het feit dat Robbie en ik elkaar versterken in de rollen die we hebben. Als we voor een casus ergens naar toe gaan, zijn we voor diegene of die groep ‘twee nette, vreemde mannen", maar inmiddels als we bijvoorbeeld bij de jongeren van het Kunstproject aankomen, dan zien ze ons als Jut en Jul. Zien ze dat we heel gewoon zijn en doordat wij ze niet beoordelen op hun uiterlijk, doen ze dan uiteindelijk ook niet bij ons. Zo leren zij ook dat een man in pak, of een politieagent die vaak meegaat, ook mensen zijn met een eigen karakter en zeker niet allemaal hetzelfde zijn. Wij versterken elkaar in de stichting alleen al door samen op te trekken en werk te verzetten.

Robbie heeft een bepaald charisma, een bepaalde power die ik heel plezierig vind. Het is gewoon een mooi mens. Ik weet dat hij iemand is die echt mensen in hun waarde laat. Hij heeft niet snel een oordeel over iets, zegt niet snel vooraf dat iets niet kan. Het glas bij hem is halfvol in plaats van half leeg. Tegelijkertijd is hij heel daadkrachtig en zeker geen zwever of iemand die altijd maar, tegen beter weten in, doorgaat. Hij kan ook heel zakelijk zijn. Maar hij is niet hard, wel helder. Niet gemeen, maar wel eerlijk. Hij heeft mij vaker dan eens enorm geholpen door puur te wijzen op mijn eigen kracht. Dat kan hij als geen ander.”

Zijn er casussen die je echt zijn bijgebleven?

“We gingen met het Blijf-van-mijn-lijfhuis naar de Efteling met moeders en hun kinderen. Een kindje van 4 jaar, mishandeld door vader, kwam naar me toe aan het einde van de dag en zei: ‘Bedankt dat ik hier naar toe mocht.’ Die blik in die ogen van dat kind, dat is onbeschrijfelijk, onbetaalbaar.

En de actie in samenwerking met de dames van de Ronde Tafel. We hielden een inzamelingsactie voor speelgoed, dat vervolgens gedoneerd werd aan het AZC in Nijmegen. Wat bijzonder is, want in principe doen ze dat niet. Maar ik kreeg een ingang om daar naar binnen te gaan en 24 dozen vol speelgoed af te leveren. Zo gaaf.”